De bijzondere geschiedenis van een verdwenen schuurkerk met altaarstukken van Jacob de Wit

Jacob de Wit kreeg als meester-schilder veel opdrachten van katholieke kerken. In dit artikel wordt de bijzondere geschiedenis van een verdwenen schuurkerk beschreven waarvoor Jacob twee altaarstukken maakte, waaronder ‘Aanbidding der Herders’ die Jacob bijna 300 jaar gelden schilderde.

Aanbidding der Herders, olieverf op doek 140 x 105 cm, 1726, collectie Museum Ons’ Lieve Heer Op Solder, Amsterdam

Op zondag 19 december 2021, was het precies 326 jaar gelden dat Jacob de Wit werd gedoopt in de katholieke huiskerk ‘Het Vrededuifje’ aan de Kerkstraat 173 te Amsterdam. Jacob zou in zijn verdere leven, als beroemd meester-schilder, voor vele katholieke kerken in Nederland schilderijen maken. Van deze groep kerken valt één kerk op met een bijzonder verhaal, de schuurkerk ‘Achter den Pauwentuin’ en later de ‘Heilige Willibrordus Buiten de Veste’. De in de Binnendijkse Buytenveldse polder gelegen schuurkerk werd in 1871 verruild door een nieuwe kerk met kathedraal aspiraties aan de Amstel, die echter vroegtijdig werd gesloopt. De twee speciaal voor de schuurkerk gemaakte schilderijen van Jacob de Wit zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.

Een katholieke schuurkerk in de Binnendijkse Buytenveldse polder

Het buitengebied van Amsterdam kenmerkte zich vroeger door de vele omringende polders waaronder de Binnendijkse Buytenveldse polder die binnen de dijken langs de rivieren de Amstel en de Schinkel lag, ten zuiden van de door vestingwerken omgeven stad. De polder is in de loop van de 19-de eeuw geheel volgebouwd met woonwijken nadat het gebied in 1896 en in 1921 door de gemeente Amsterdam werd geannexeerd. Hier bevinden zich nu onder andere de woonwijken Oud-Zuid, De Pijp en Rivierenbuurt.

Detail van kaart: de 'wydvermaarde en beroemde koopstad Amsteldam met d’omleggende landen', door Gerrit Drogenham, gegraveerd Daniël Stopendaal door N. Visser. Heruitgave door R. & J. Ottens (Amsterdam, ca. 1750). coll UVA Allard Pierson

De polder werd in 1634 aangelegd met afwateringssloten en poldermolens en werd gebruikt als weide- en (moes)tuingebied. De boerderijen bevonden zich langs de Amstel en de Schinkel net als de buitenplaatsen, herbergen en pleziertuinen met tuinkoepels. Daarnaast was er ook industrie te vinden zoals vele katoendrukkerijen en kruit- en houtzaagmolens. De tuinderswoningen stonden verspreid in het poldergebied bij de vele tuinderijen die zich aan voetpaden of sloten bevonden. Door middel van groenteschuiten werden de producten van de tuinderijen naar de markt in de binnenstad vervoerd.

Detail van kaart van Amsteldijk met herbergen, buitenplaatsen etc., door E. Florijn, 1779 Stadsarchief Amsterdam, collectie Atlas Splitgerber

Achter de tuin van buitenplaats en herberg De Pauwentuin

De eerste schuurkerk die werd opgericht voor de boeren en tuinders van de Binnendijkse Buytenveldse polder stond verscholen achter de huizen langs de Amstel. Deze was gelegen aan het Hoedemakerspad (nu Van Ostadestraat 423), die uit kwam op de Amsteldijk. Een houten schuurkerk was de goedkoopste kerkvorm voor kleine kerkgemeenschappen.

De drie huizen aan de Amsteldijk en herberg De Pauwentuin (met toren) door Mathijs Pool ca 1715 collectie Stadsarchief Amsterdam

De schuurkerk die achter de drie huizen aan de Amsteldijk stond, lag ten zuiden van de tuin van de buitenplaats De Pauwentuin, nu Amsteldijk 38, hoek Sint Willibrordusstraat. De naam van de kerk verwees duidelijk naar deze locatie ‘Achter den Pauwentuin’.

Vissers aan de Amstel te Amsterdam met rechts het buiten 'De Pauwentuin', olieverf op doek 25,4 × 50,5 cm door Arent Arentsz ca 1625 -1630 Rijksmuseum Amsterdam.

Het buiten was rond 1605 gebouwd door de katholieke zeepfabrikant Laurens Jansz Spiegel (1575-1623). De buitenplaats met uitgestrekte tuinen kwam via zijn dochter Hillegonda Spiegel (1599-1677) in handen van haar man, koopman en schepen van de stad Amsterdam Michiel Reiniersz Pauw (1590-1640). Het is waarschijnlijk dat de katholieke Hillegonda en haar familie een rol hebben gespeeld in de bouw van een schuurkerk voor de statie, rond 1630 op het terrein van hun buitenplaats. Na de dood van Hillegonda in 1677 werd het buiten met de tuinen door de familie verkocht en werd het een herberg die bekend stond als ‘de tuin van Pauw’ met volières, kaatsbaan en de (uitkijk)toren.

Kaart van Amsterdam met de Amstel en op voorgrond herberg De Pauwentuin, door Adolph van der laan , Leth, Andries prent 1726-1728

De schuurkerk werd rond 1705 verlaten door ontevreden kerkleden die niet achter de nieuwe hervormingsbeweging (Jansenisme) van hun pastoor Johannes van Heumen stonden, die juist de macht van de Paus binnen de katholieke kerk wilde terugdringen. De beweging leidde uiteindelijk tot de oprichting in 1724 van de Oudkatholieke kerk in de Republiek. De kerkleden van de statie ‘Achter den Pauwentuin’ gingen op zoek naar een nieuwe schuurkerk.

StatieAchter den Pauwentuin’ of Heilige Willibrordus Buiten de Veste

Doordat het katholieke geloof vanaf 1581 was verboden in de Republiek werden katholieke geloofsgemeenschappen als staties of missieposten aangeduid. Pas in 1853, toen het katholieke geloof officieel werd toegestaan, werden de katholieke staties omgevormd naar parochies. De missiepost of statie ‘Achter den Pauwentuin’ in de polder was gewijd aan de heilige Willibrordus, net als de statie ‘Het Vrededuifje’ aan de Kerkstraat, de doopkerk van Jacob de Wit. Voor het onderscheid werd de statie van de schuurkerk als ‘Heilige Willibrordus Buiten de Veste’ (buiten de vesting Amsterdam) aangeduid en de statie het ‘Vrededuifje’ als de ‘Heilige Willibrordus Binnen de Veste’. Omdat dat de Republiek de katholieken verbood om kerken in eigendom te hebben waren de staties in particulieren handen. Een kerkgemeenschap was in grote mate afhankelijk van de rijke elite van katholieke kooplieden. Zij konden een statie oprichten door een woonhuis, pakhuis of schuur te kopen en deze van een kerkzaal te voorzien. Daarnaast namen ze ook de kosten voor de aanstelling van een priester of pastoor op zich. Ze werden hiermee kerkmeester van de statie en konden zo hun invloed uitoefenen. Door de afhankelijkheid van deze kerkmeesters wisselden de kleine staties vaak van plek, want als bij het overlijden van de eigenaar was de statie afhankelijk van de familie huis verkocht, kwam er vaak een einde aan de huiskerk. Grote staties konden dit voorkomen omdat ze genoeg inkomsten hadden van de kerkleden om zo de huiskerk over te kopen. Het eigendom moest dan wel formeel op naam van een particuliere eigenaar worden gezet, die dan fungeerde als stroman voor de statie.

Foto van schilderij van de 2e schuurkerk statie Heilige Willibrordus Buiten de Veste, maker onbekend ca. 1860 collectie Stadsarchief Amsterdam

De tweede schuurkerk aan het Kuiperspad

Aan één van de sloten in de polder, langs het Kuiperspad (nu Kuipersstraat 70-72), werd rond 1705 een nieuwe schuurkerk gebouwd voor de statie ‘Achter de Pauwentuin’ in de vorm van een turfschuur, om geen aandacht te trekken dat het een schuurkerk betrof. De houten schuur met een rieten dak werd aan de voorzijde van een dakkapel voorzien en later van een kruis voorzien. De kerk was via een ophaalbrug en een loopplank over een brede sloot te bereiken. Aan de achterzijde van de schuurkerk werd later nog een stookplaats aangebouwd, hier werden de kolen en de turven opgestookt om zo de voetstoven van de kerkgangers te verwarmen.

Achter de kerk bevond zich de pastorie aan het Rustenburgerpad (nu Rustenburgerstraat 53-55) die via een sloot met loopplank vanaf de kerk was te bereiken. Deze lag achter de tuinen van de buitenplaats Amstelrust (nu Amsteldijk 61). Aan de achterzijde van de pastorie was in 1792 een kapel aangebouwd, ter ere van pastoor Johannes Onstein, hij was in 1792 na een val van de loopplank, in de sloot achter de kerk verdronken. In deze kapel hing het altaarstuk de ‘Aanbidding der Herders’ van Jacob de Wit en hier werd door de nieuwe pastoor dagelijks de mis voorgelezen en vonden dopen plaats.

Opdrachtgever altaarstukken, Hendrik Graaf van Moens

De rijke koopman Hendrik Graaf van Moens ontfermde zich als overtuigd katholiek over de armen en ook over deze kleine statie. Hij geeft Jacob de Wit in 1726 de opdracht om twee altaarstukken te schilderen voor de schuurkerk; de ‘Aanbidding der Herders’ en ‘Aardse en Hemelse Drie-eenheid’.

Portret van Hendrik Moens (1675-1753) gravure door Philip Endlich 1735-1745 collectie Fries Museum

Hendrik Graaf van Moens (1675-1753) woonde aan de Herengracht 344 en stamde uit een rijk katholiek geslacht. Hij was heer van Ravensberg, Cronenburg, Loenen, Vrijenes, Sluipwijk, enz. In 1724 wordt hij als baron en graaf in de adelstand verheven door keizer Karel VI aartshertog van Oostenrijk. Hij was eigenaar van kasteel Cronenburg te Loenen aan de Vecht en van het Friese buiten Donia State in Burgwerd, die door zijn huwelijk in 1730 met Lucia Emerentia baronesse van Burmania (1710-1740) in zijn bezit kwam. In 1742 wordt hij voor de belasting van de stad Amsterdam aangeslagen als rentenier met een jaarinkomen van 12.000 gulden.

Bij zijn overlijden in 1753 meldt Amsterdammer Jacob Bicker Raye (1732-1772) in zijn dagboek; ‘De oude graaf stond bekend als een vriendelijk, gedienstig en goedaardig man en honderden menschen, principaal de armen van de Roomsche Religie, verloren veel aan hem’

Altaarstuk Aardse en Hemelse Drie-eenheid Doek 140 x 105 cm , 1726, collectie Museum Ons’Lieve Heer Op Solder, Amsterdam

De altaarstukken

Dankzij de opdracht van Hendrik Graaf van Moens schilderde Jacob de Wit twee bijzondere altaarstukken voor de statie. In het altaarstuk de ‘Aanbidding der Herders’ zien we Jozef staande naast de zittende Maria die het laken optilt om de slapende Jezus in de kribbe te tonen aan de aanbiddende herders. Het altaarstuk diende voor het hoogfeest van de Geboorte des Heren, kerstmis, de viering van de geboorte van Jezus Christus.

In het altaarstuk ‘Aardse en Hemelse Drie-eenheid’ zijn Jozef en Maria lopend met zoon Jezus Christus als heilige (aardse) familie afgebeeld. Daarnaast vormt de aardse Zoon Jezus met de in de hemel geschilderde Heilige Geest (de Duif) en de Vader, de Heilige Drie-eenheid; God in drie personen. Het altaarstuk diende voor het feest van de Heilige Drie-eenheid, Trinitatis, dat de zondag na Pinksteren wordt gevierd en benadrukt dat Jezus God én mens is.

In vergelijking met Jacob zijn andere altaarstukken zijn de twee schilderijen veel kleiner van formaat. In hoogte en breedte zijn ze namelijk de helft kleiner dan de andere altaarstukken die hij voor huiskerken maakte. Jacob heeft het formaat van de schilderijen aangepast aan de beperkte beschikbare ruimte en hoogte in de lage schuurkerk. Doordat Jacob de Bijbelse voorstellingen in een rurale setting heeft geschilderd, sloten ze zo ook goed aan bij de beleving van de toenmalige kerkgangers van de statie in het poldergebied buiten Amsterdam.

Tekening schuurkerk aan het Kuiperspad (nu Kuipersstraat 71-73 De Pijp) Amsterdam, Binnendijkse Buytenveldse polder ca. 1872, collectie Stadsarchief Amsterdam

Van schuurkerk naar een kruisbasiliek van 3 Cuypers architecten

In 1856 wordt pastor Johannes Wubbe aangesteld. Hij maakt plannen om de bouwvallige en te kleine schuurkerk te vervangen door een nieuwe kerk. Hij vraagt in 1857 aan de jonge Pierre Cuypers een ontwerp te maken voor een driebeukige kruisbasiliek met vieringtoren en hoektorens, naar voorbeeld van de Franse kathedraalarchitectuur. Er wordt een perceel land gekocht dat net ten noorden van de eerdere herberg De Pauwentuin ligt, aan de Amsteldijk 36 op de hoek van de latere Ceintuurbaan. Naast de kruisbasiliek wordt er op het gehele perceel, dat van de Woustraat tot aan de Amsteldijk loopt, een plein en een processiepark gepland.

De eerste fase start in 1871 en in 1873 is het koor van de kerk gereed. Voor de financiering van de bouw wordt de schuurkerk afgebroken en als bouwgrond verkocht. Op het perceel worden drie woonhuizen gebouwd aan het Rustenburgerpad en later ook drie woningen aan het Kuiperspad. Ook de achterliggende pastorie wordt verkocht en gesloopt en op deze plek wordt de Melkinrichting De Dageraad gebouwd. Echter, de opbrengst hiervan is niet voldoende zodat de parochie de grond, voor het geplande plein en processiepark, aan de gemeente verkoopt. De gemeente koopt de grond voor 120.000 gulden en bebouwt het terrein met woonhuizen. Vervolgens kan de bouw van de kerk met het schip en dwarschip in 1890 starten volgens het ontwerp van Joseph Cuypers (1861-1949), de zoon van Pierre Cuypers. In 1897 wordt deze bouwfase afgerond.

Amstel en Amsteldijk gezien naar het westen met links de onvoltooide parochiekerk van de H. Willibrordus Buiten de Veste, Amsteldijk 36, vervaardiger onbekend, ca 1903, collectie Stadsarchief Amsterdam.

Echter de kerk was nog steeds niet voltooid, het zou tot 1923 duren voordat de geplande vieringtoren wordt gerealiseerd. Dit kon dankzij een gift van een parochielid die zich uitermate stoorde aan de niet afgebouwde kerk. Het ontwerp werd geleverd door de derde Cuypers; kleinzoon Pierre jr. (1891-1982). De vieringtoren kwam in 1924 gereed en hiermee was de bouw na 53 jaar afgerond. Aan de Amsteldijk was een kerkelijk complex van formaat gerealiseerd, met een kruisbasiliek, pastorie en schoolgebouw.

De voltooide H. Willibrorduskerk op 14 mei 1962, foto c, archief Dienst Ruimtelijke Ordening, collectie Stadsarchief Amsterdam

De laatste Heilige mis

De twee altaarstukken van Jacob de Wit verhuisden in 1871, na 145 jaar in de schuurkerk en de pastorie te hebben gehangen, mee naar de nieuwe Willibrorduskerk. Hier zouden ze echter maar 95 jaar hangen omdat de nieuwe kerk in de jaren 60 van de twintigste eeuw bouwkundige gebreken vertoont, die voornamelijk door de vieringtoren worden veroorzaakt. De drie generaties Cuypers-architecten hebben helaas niet tot een goede bouwkundige drie-eenheid kunnen komen. Door het beperkte bouwbudget en de lange bouwtijd hebben de architecten veel concessies moeten doen, die de uiteindelijke kwaliteit van de uitvoering niet ten goede is gekomen. Doordat de kerk niet als Rijksmonument beschermd was, was er geen mogelijkheid voor restauratiesubsidies en door het teruglopende aantal parochianen en de slechte bouwkundige staat werden de onderhoudslasten te hoog. In 1966 wordt de laatste Heilige mis in de Sint Willibrorduskerk opgevoerd.

In 1968 wordt schrijver Godfried Bomans gefilmd tijdens een interview in de Sint Willibrorduskerk waarvan het interieur al grotendeels leeg is gehaald. Het interview gaat over religie, vernieuwing en afbraak binnen de Rooms Katholieke Kerk. Ook worden er historische filmbeelden van de kerk uit 1923 getoond.

Foto van het gesloopte koor en dwarsschip van de H. Willibrorduskerk, door J.M. Arsath Ro'is, 10 feb 1971, collectie Stadsarchief Amsterdam

Van een kerk in neogotische stijl naar de een kerk in structuralistische stijl

Het lot van de Sint Willibrordus kerk is bezegeld en tussen 1970 en 1971 wordt het gehele complex gesloopt. Door een speciale en snelle actie van bezorgede burgers kan het Adema-orgel uit 1921 nog worden gered en later herplaatst worden in de Kathedrale Basiliek St. Bavo in Haarlem. De plek van het complex van de H. Willibrorduskerk aan de Ceintuurbaan zal tot eind jaren tachtig van de twintigste eeuw onbebouwd blijven, tot de bouw van het verzorgingstehuis Tabitha (nu Amstelhuis) aan de Amsteldijk. Het achterliggende terrein is onbebouwd gebleven en doet nu dienst als speelveld.

Foto exterieur H. Willibrorduskerk door Frans Busselmans 1988, collectie Amsterdams Stadsblad, Stadsarchief Amsterdam

In 1969 verhuist de parochie naar een nieuwe moderne kerk, die aan de Van Ostadestraat 270 in de tuin van het Zusterklooster werd gebouwd. Het nieuwe kerkgebouw (zonder toren) wordt in opdracht van de parochie ontworpen door architect Joop van Stigt (1934-2011) in de moderne structuralistische bouwstijl. Het kenmerkt zich met een geometrische plattegrond en met gebruik van veel beton, stalen kozijnen, draadglas en een extern trappenhuis. Het kerkgebouw wordt daarnaast ook als wijkcentrum ingericht voor activiteiten in de wijk. De altaarstukken van Jacob de Wit verhuisden natuurlijk mee en kregen een plek naast het altaar in de nieuwe kerk.

Foto interieur met altaar H. Willibrorduskerk, links de twee altaarstukken van Jacob de Wit, door Martin Alberts fotodienst Stadsarchief, 23 juni 1993, collectie Stadsarchief Amsterdam

De Sint Willibrorduskerk blijft tot 1994 op deze plek, hierna gaat de parochie H. Willibrordus Buiten de Veste samen met de parochie Onze-Lieve-Vrouwe Koningin van de Vrede, die in de Vredeskerk aan de Pijnackerstraat 9 in De Pijp kerkt. De Sint Willibrorduskerk wordt daarna verhuurd, De kerk is in eigendom van het Bisdom Haarlem en de gemeente Amsterdam heeft de Sint Willibrorduskerk beschermd als gemeentelijke monument.

Foto altaarstuk Aardse en Hemelse Drie-eenheid in Museum Ons Lieve Heer op Solder, Stg Jacob de Wit

Altaarstukken in huiskerk Museum Ons’ Lieve Heer op Solder

De twee altaarstukken van Jacob de Wit hebben in hun bijna 300-jarig bestaan in verschillende kerken gehangen; twee schuurkerken, een kapel, een neogotische kruisbasiliek, een structuralistische nieuwbouwkerk om te eindigen in een 17de-eeuwse huiskerk binnen de Veste Amsterdam; het Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. De plek, aan de Oudezijds Voorburgwal 40, waar Jacob de Wit in 1716 zijn eerste altaarstuk ‘De Doop van Christus in de Jordaan’ schilderde.

Auteur: Drs. Henk Atze Dijkstra, kunst- en architectuurhistoricus, is oprichter en voorzitter van Stg. Jacob de Wit die zich als doel stelt het werk van meester-schilder Jacob de Wit (1695-1754) bij een zo groot mogelijk publiek onder de aandacht te brengen. Tevens is hij directeur van het Dinamo Fonds in Den Haag. Geraadpleegde bronnen; G. van den Hout en R. Schillemans (red), Putti en Cherubijntjes. Het religieuze werk van Jacob de Wit (1695-1754), Tent.cat. Museum Amstelkring, Ons’Lieve heer op Solder, Amsterdam 1995; M. Reyners, Toen het Oude Kerkje van Pastor Wubbe nog bestond, Amsterdam 1925; T. Kuiers e.a., Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem 17de deel, Haarlem 1891; Jacob Bicker Raye, Het dagboek van Jacob Bicker Raye (1732-1772), 2e druk Amsterdam 1939;Youtube; Reliwiki.nl; BuitenplaatseninNederland.nl, A. Speelman en Stadsarchief Amsterdam.